USA – Cornell University – System Engineering
Maart 2019
Cornell is een van de oudere universiteiten in de Verenigde Staten en is onderdeel van de zogeheten Ivy league. Opgericht in 1865 met als doel om open te zijn voor iedereen en elk soort studie. Iets wat voor die tijd innovatief was. Gezien het feit dat de universiteit nu toch officieel privaat is, gaat het motto niet meer geheel op. Waarmee het zich wel onderscheidt ten opzichte van de overige ‘Ivy’s’ is dat ze het breedste aanbod in studierichtingen hebben.
Na lang wikken en wegen heb ik besloten mij aan te melden voor het Systems Engineering programma. Dit is een eenjarige master waarbij ik de titel ‘Master of Engineering’ zou ontvangen. Ik vond dit beter aansluiten bij mijn vooropleiding van Technische Bedrijfskunde (Bachelor en Master of Science) aan de RuG dan een master in bijvoorbeeld Mechanical Engineering. De kracht van systems engineering is dat men alles als een systeem gaat benaderen, niet zozeer als een probleem met losse elementen. Deze manier van denken is enorm waardevol daar je leert hoe verschillende disciplines met elkaar gecombineerd kunnen worden en hoe deze elkaar beïnvloeden. Deze holistisch manier van denken miste ik bij Technische Bedrijfskunde.
Mijn eigen verwachtingen waren hooggespannen: ik had veel verhalen gehoord over de Ivy League en de werkdruk die daarbij komt kijken. Cornell staat bekend om haar Engineering College en dus wist ik waar ik aan begon. Waar ik het meeste naar uitkeek was de dynamiek in de colleges en de samenwerking met vooraanstaande professoren. Zo werd me van tevoren verteld dat het bijna gek is als je geen vragen hebt tijdens een college.
Veel van mijn verwachtingen bleken waar te zijn. Ik bevond me in een pressurecooker van deadlines, practica, midterms, en preliminary exams. Week in week uit had ik mijn handen vol aan werk. Aangezien het niveau inderdaad enorm hoog was vond ik het ontzettend interessant en werd in ook intrinsiek gemotiveerd hard te werken. De minstens zo hardwerkende mede studenten zorgde voor een competitieve sfeer die ik van tevoren niet had verwacht. Er was een heel duidelijke strijd tussen sommigen om het lievelingetje van de professor te worden. Ik heb me hiervan afgesloten en geprobeerd door creatief te zijn op te vallen, dit is goed gelukt. Ik was met al mijn professoren op first-name-basis, dat is ondenkbaar in Nederland.
Een van de onverwachte aspecten was de hoeveelheid ‘kleine’ deadlines en huiswerkopdrachten. In Nederland zou dit beter te vergelijken zijn met het principe zoals ze dat uitvoeren bij de hbo-opleidingen. Ik was zelf meer vrijheid gewent wanneer het aankomt op dergelijke dingen als het inrichten van je eigen studieschema of het voorbereidingen op tentamens. In alle eerlijkheid moest ik flink wennen om elke dag met korte mathematische problemen of essays bezig te zijn. De toegevoegde waarde daarvan werd mij echter pas duidelijk bij de tijd dat de tentamens om de hoek kwamen. Ik hoefde amper bij te schakelen om goede resultaten te halen. In andere woorden, constant bezig zijn met de stof betekende een uitstekende voorbereiding op het moment van toetsen. De kleine deadlines hielden je koppie er goed bij.
Een ander groot verschil is hoe zeer ze ondernemen en ontdekken stimuleren. Als je een goed idee hebt en het met passie overbrengt op de professoren, bieden ze je graag de resources om het op te starten. Als ik een controller, mini-computer of 3D printer nodig had kreeg ik ongelimiteerd de mogelijkheid deze te gebruiken, zonder extra kosten. Zo heb ik met een groepje een product ontwikkeld dat de levenskwaliteit van ouderen verbetert. We konden zoveel prototypes maken als we wilden en mochten provisioneel patent aanvragen op de kosten van Cornell. Zonder dat zij een percentage wilden bedingen in het bedrijf. Dat zie je nergens anders, fantastisch.
Naast het studeren was er uiteraard ook vrije tijd om met mede studenten om te gaan. Er werd vanuit de universiteit veel georganiseerd om interactie tussen studenten mogelijk te maken. Zo was er bijvoorbeeld het ‘Tell Grad It’s Fridays” (TGIF) in het cafe op campus elke vrijdag. Een perfecte gelegenheid om rustig te ‘unwinden’ na een week hard werken.
Ook was het mogelijk om tussentijds tripjes te maken. De universiteiten geven meer tussentijdse vakanties (nog iets waar we in Nederland wat van kunnen leren). Dit zorgde ervoor dat we de kans kregen om af en toe met iets compleet anders bezig te zijn. Dit verlaagde het stressniveau aanzienlijk en gaf me de mogelijkheid het land te ontdekken. Zo heb ik met Boston, San Francisco, Washington DC, New York City, en Toronto toch een aardig deel van het Amerikaanse continent gezien.
Ik wilde Cornell graag gebruiken om mij in de kijker te spelen bij de grote bedrijven in de USA. Het lijkt mij fantastisch om dicht bij het product te zitten en een wezenlijke invloed te hebben op het ontwerp ervan. Jammer genoeg verliep het zoeken naar deze functie niet zoals ik had gehoopt. Ik ben nog steeds bezig met het uitsturen van sollicitaties en cover letters. Ondanks een hobbelig begin ben ik er nog steeds van overtuigd dat het goed komt!
Al met al heb ik met volle teugen genoten van het afgelopen jaar. Ik heb veel vrienden gemaakt, fantastische avonturen beleefd, en ontzettend veel geleerd. Ik kan wat dat betreft een dergelijke studie voor iedereen aanraden. Ik ben het Genootschap Noorthey dan ook heel erg dankbaar dat ze mij (financieel) gesteund hebben en zo mijn droom werkelijkheid te maken.